INGEVINGEN:

Pieter Waterdrinker schrijft in de Volkskrant (Edmund) van zaterdag 12 januari 2019 over Murakami’s ‘epifanie’:
De openbaring die voorafging aan het oeuvre van Haruki Murakami vond plaats op een zonnige aprilmiddag in het jaar 1976, toen hij tijdens een honkbalwedstrijd ergens in Japan de volgende ingeving kreeg: “misschien kan ik wel een roman schrijven”.
Hij liep tegen de dertig en baatte al drie jaar een barretje uit. Totdat hij werd bezocht door dat moment van transcendente luciditeit. Het voelde, aldus de schrijver, ‘of er plotseling iets voor mijn ogen verscheen waardoor alles er eensklaps anders uitzag’. In een halfjaar tijd schreef hij zijn debuut ‘Luister naar de wind’, won een debutantenprijs en the rest is history.

ingeving

Het onbekende in kaart brengen

Als mannen is het onze taak het onbekende ACTIEF te verkennen en in kaart te brengen, ofwel: aan het bekende toe te voegen.
1. Als we ons innerlijk universum uitpeilen heet dat zelfkennis verwerven.
2. Als het om het uiterlijk universum heet dat creatie: een nieuw boek (Murakami), een nieuwe relatie, een kind (!), een nieuw project, een uitvinding, maakt niet uit wat. Zo ontstond bijv. de auto, luchtvaart en de iphone. Maar dit geldt ook voor veel kleinere dingen.
Het eerste staat bij ons – anders dan bij vrouwen – vaak in dienst van het tweede: het realiseren van iets wat daarvoor niet bestond. Dat begint ermee dat plotseling een mogelijkheid (potentieel) wordt gezien.
Hoe werkt dat?

Hoe begint het?

Ingevingen, zoals bij Murakami, zijn vaak het begin van dat nieuwe. Iedereen die oplet kent dat wel. Kijk maar hoe iets nieuws in je leven begon. Ik kan er zelf zo een tiental benoemen: in mijn jeugd en recenter. Ze komen uit het niets, en dat is interessant. Ze komen vaak op het moment dat er een bepaalde leegte in je is gecreëerd: iets werkt niet meer, er is geen continuïteit en je stelt je open voor … ja wat. T.o.v. dat ‘niets’ ben je in feite in receptieve (vrouwelijke) modus. Het kan dan gebeuren dat je iets leest, of hoort, of een boek vindt, of er is een droom of een teken en er begint iets nieuws.
Een andere manier om het uit te drukken is: naar je hart of naar je gevoel, intuïtie luisteren.
Het is irrationeel weten. Het brengt je in contact met het onbekende.

Actie en angst

Dat kan euforie oproepen – ah, dit klopt, dit is wat ik wil – maar ook angst. Dat laatste hangt samen met het feit dat als je je ingeving/gevoel volgt – actie dus – dat er geen garantie is dat de uitkomst positief is. Je kunt nl. falen, je kunt je gevoel verkeerd geïnterpreteerd hebben (komt veel voor) of er zijn onvoorziene consequenties.
Je zult het moeten uittesten en daarin stap voor stap gaan. Het onbekende, geleidelijk in kaart brengen. Te grote stappen nemen geef een grote kans op falen. Ik spreek uit ervaring. Dus het gaat om moed en zorgvuldigheid.
Soms wordt de angst ook veroorzaakt doordat je de consequenties van je ingeving wel kent maar dat die ongewenst zijn. Bijv. dat je plotseling weet dat een relatie geen toekomst heeft maar dat beëindigen ervan ongelooflijk pijnlijk voelt.

Gemiste kansen

Wat ook voorkomt dat de angst alles blokkeert omdat de uitdaging zo groot is voor jou dat je het moment van actie voorbij laat gaan: dat heet een gemiste kans.
Sommige kansen zijn eenmalig en levensbepalend. Je gaat of je gaat niet. In de esoterie heet zo’n moment ‘the knock of the Spirit’. In de bijbel (nieuwe testament) is dit het thema in het verhaal van de wijze en dwaze maagden. In de boeken van Tolkien is het Gandalf die aan de deur klopt en zowel Bilbo als Frodo – onwaarschijnlijke helden net als jij en ik – gaan op een avontuur dat hun leven voorgoed verandert.
Waakzaamheid is geboden.

Bibbergebied

Normaal gesproken is het verstandig kleine stappen – baby steps – te nemen. Je comfortzone langzaam te vergroten door een kleine stap in het onbekende te nemen, daaraan te wennen – het nieuwe gebied te consolideren – en dan weer een volgende stap te nemen. Maar wees ook niet te voorzichtig: je moet lef hebben. Als er geen angst is ga er dan maar vanuit dat je bezig bent het al bekende, je comfortzone, te perfectioneren. Bij een echte actie is er altijd angst want je weet niet wat de gevolgen zijn van je nieuwe stap.
Geleidelijk aan je potentieel in kaart brengen en je eigen maken ziet er als volgt uit:
creatie
De buitenste cirkel is de begrenzing van je potentieel in dit leven. Het witte is wat je kent, wat al verkend en in kaart gebracht is; noem het je comfortzone. Het oranje en zwart is nog potentieel, je kent het niet. Het oranje is het bibbergebied: onbekend maar niet zo ver weg dat het betreden ervan je verlamt. Het zwart is het onbekende gebied buiten je bibberzone, nog te ver weg om veilig te verkennen,
Naarmate je leven vordert EN je je blijft open stellen voor het onbekende, de leegte, EN je ingevingen en gevoel volgt – d.w.z. actie onderneemt – breng je steeds meer in kaart. Je comfortzone wordt groter: de opeenvolgende cirkels. Je bibbergebied schuift steeds op totdat je uiteindelijk – idealiter – je hele potentieel in dit leven hebt gerealiseerd.

Onderzoek

Wat je zou kunnen doen is al die momenten op een rij te zetten die een belangrijke verandering in je leven inluidden. Waar begon het mee? Herinner je het moment nog? Waar was je? Hoe kwam het tot je? En wat ging daaraan vooraf? Wat waren de condities als die er waren?
En heb je altijd actie ondernomen als er een ingeving of gevoel was of was je niet wakker genoeg of durfde je niet? Misschien was je ook wel eens te voortvarend en betaalde je de prijs daarvoor.
En wat leer je daarvan?
Dit soort onderzoek kan je helpen om wakker te zijn voor nieuwe ingevingen en ze – en je reacties daarop – te herkennen.